Maria Everts
Maria Everts ,
geb. op 23-06-1695 te Blaricum,
ged. Gereformeerde Gemeente op 23-06-1695 te Blaricum; dgt. Tijmentje Claes.- Vader:
Evert Gerritsz , zn. van Gerrit Jansz Lubbertsz en Grietje Borts ,
geb. in 1655 te Blaricum; Koptienden Eerste: 1671-85,
Rooms Katholiek,
ovl. op 22-09-1716 te Blaricum; Koptienden Laatste: 1716-45,
begr. op 22-09-1716 te Blaricum; of 05-03-1721: Pro Deo,
, -
EVERT GERRITSEN
Blaricum Koptienden (1671-85 1716-45):
1671-85: v. VADER Gerrit Jan Lubbesen 1 Spt 3 cop
1676-85: op Gerrit Jansz Snijder 4 cop
t/m 1714-49: Situatie: 0 Spt 7 cop
1716-45: op Evert Peter Teunissen de Saijer 7 cop
-
SAGV155.2-ORA-3234, Folio 58; 29-11-1669: Testament. wij Schepenen in Blaricum hebben ons getransporteert ten huis van Gerrit Jansz onse afgestorven Buijrmeester en aldaar gevonden Grietien Borten sijne naegelaten huijsvrouw en weduwe
sieckelijck te bedde leggende...heeft sij Comparante begeert dat Evert Gerritsz haar jonghste sone geteelt bij Gerrit Jansz vrnt bij forme van prelegaat uijt haars gereetste goederen in Goijlant gelegen sall genieten een somme van f 1000,-,
en daar benevens met haar meerdere erfgenamen in haar naelatenschap in gelijcke portie
-
SAGV155.2-3238-blz. 356-359; 05-05-1710: Teunis Gerritsz GEDAAGDE Contra Jacob de Saijer EIJSSER bekende dat tusschen Teunis Gerritsz en Geertje Hendriks desselfs huijsvrouw voor bannen des huwelijk was opgeregt een contract van huwelijkse
voorwaarden bij welke was bedongen retour van goederen, dat Geertie Hendriks eenige tijd hier na is komen te overlijden nalatende twee kinderen bij de gedaagde aan haar verwekt als namentlijk Grietje (Teunis alias) Borten en Hendrik Teunisz
welke beijde meerderjarig zijnde mede sijn overleden, maar dat egter ook waar is dat in den Jare 1707 Grietje Borten in huwelijk sullende begeven met Cornelis Bregtersz, sij Grietje (Teunis alias) Bortjesz voornt met haar broeder Hendrik
Teunisz beijde meerderjarig sijnde................. (bij het hertrouwen van den gedaagde geen behoorlijk bewijs van de moederlijke goederen aan sijn voorkinderen gedaan was) hadde verbleven aan het goedvinden van Jacob de Saijer eijsser in
desen als OOM van de kinderen van moeders zijde, en Evert Gerritsz als OOM van de vaderszijde enz
-
SAGV155.2-3267-Schepenakten; Aktedatum: 30-06-1710: Verklaring Evert Gerritsz, oud ontrent 54 jaren, ten versoecke van Theunis Gerritsz, alsdat ontrent de maand meij 1707 ten mijnen huijse is gekomen een van de kinderen van de requirant,
versoekende eens bij haar vader te koomen en aldaar hebbe gevonden den requirant en nevens (oom) Jacob de Saijer, Hendrik Theunisz en Grietie Theunis beijde meerderjarig kinderen van Theunis Gerritsz verweckt bij Geertie Hendriksz en mij
aanspraek: Evert Oom, vaartie en wij sijn te vreden dat ghij met en nevens onse Oom Jacob de Saijer te samen sullenseggen wat wij voor onze moeder goed sullen hebben, alsoo den tequirant bij sijn hertrouwen aan sijn twee voorkinderen geen
bewijs van moederlijke goederen hadde gedaan, enz.
-
SAGV155.2-ORA-3239-blz.286; 12-06-1729: Jacob Wilemsz Decker CONTRA Hilletje Claas weduwe van Evert Gerritsz; betaling van f 6:9:- wegens de ongelde van een dammet maatlant in Ebbe Swaantjes maat,
tr. op 26-09-1683 te Blaricum-RK.
- Moeder:
Hilletje Claes , dr. van Claes Willemsz en N. Jans ,
geb. in 1660,
Rooms Katholiek,
ovl. op 17-07-1736 te Blaricum,
begr. op 17-07-1736 te Blaricum,
, -
SAGV155.2-ORA-3239-blz.286; 12-06-1729: Jacob Wilemsz Decker CONTRA Hilletje Claas weduwe van Evert Gerritsz; betaling van f 6:9:- wegens de ongelde van een dammet maatlant in Ebbe Swaantjes maat
-
Blaricum-Begraven-Kosten; 17-07-1736: Hilletje Claas: Pro Deo.